|
Deze maand eindelijk aandacht voor een microtoonsoort waar ik nog niet eerder over schreef: de meetmicrofoon. Dit soort microfoons werd gemaakt voor het doen van metingen, voor onderzoek en productontwikkeling, daarom moesten ze zo precies mogelijk de geluidsgolven kunnen omzetten in een elektrisch signaal.
De eerste in serie gemaakte condensatormicrofoon capsule, de Western Electric 394, was ook de eerste meetmicrofoon. Pas ver na de Tweede Wereldoorlog werd die rol overgenomen door het Deense Bruel & Kjaer, met hun eerste model meetmicrofoon, die ze in 1958 lanceerden.
Achter het IJzeren Gordijn werd in de 50er jaren door Neumann & Co, in Gefell, ook gewerkt aan de ontwikkeling van meet microfoons, wat in 1962 leidde tot de MV630/MK630 combinatie van buizenvoorversterker met metrisch schroefdraad en de bijpassende 1 inch omnidirectionele condensatorcapsule.
Opmerkelijk genoeg werd die ontwikkeld in samenwerking met het Heinrich Hertz Instituut, uit West Berlijn. Ongetwijfeld heeft Georg Neumann daar zelf een belangrijke rol bij gespeeld, hij begon zelf al in de 30er jaren met microfoonmetingen. Vanaf 1947 werkte hij weer in de Bondsrepubliek, maar hij hield nauw contact met zijn bedrijf in het Oosten.
In 1956 werd Neumann & Co genationaliseerd en in 1972 verdween de naam en werd het VEB (Volks Eigener Betrieb) Microfontechnik Gefell. De MV630 meetmicrofoon werd omgedoopt tot RFT MV101 en daarna in grote aantallen geleverd aan VEB Funkwerk Leipzig, later VEB Robotron-Meßelektronik "Otto Schön"(MKD), voor gebruik met hun geluidsniveau meetapparatuur.
Het frequentiebereik van de MV101/MK101 liep van 10 tot 20.000 Hz. Voor metingen waarvoor de diameter van de capsule te groot was, kwam er een 1/2 inch model: de MK201.
Er waren ook diverse hulpstukken, zoals een neuskegel en een sonde adapter voor de 1/2 versie. Met de A63-adapter kan de MK101 worden geschroefd op standaard voorversterkers met 1/2 inch schroefdraad en op geluidsniveau meters.
De microfoons waren gemaakt van nikkel, inclusief de capsule, die via een speciaal galvanisch proces werd vervaardigd. De complete microfoon werd voor langdurige stabiliteit extra verduurzaamd door een warmtebehandeling.
Rond 1975 werd de opvolger, een transistorversie van de meetmicrofoon gepresenteerd, de MV102/MK102. De voor versterker MV102 was uitgerust met een Russische FET KM303B transistor en leverde, net zoals zijn voorganger, een ongebalanceerd signaal, via een soort DIN stekker.
Omdat de geluidskwaliteit van deze microfoons enorm goed is, worden ze ook gebruikt voor het maken van geluidsopnamen, vooral van klassieke muziek. Anders dan standaard condensator microfoons is de frequentiecurve niet aangepast om hoge tonen te versterken, daardoor is de klank neutraler, wat zich onder andere goed leent voor piano opnamen.
Soms worden de MV101/102 voorversterkers ook gecombineerd met een grootmembraan capsule voor gebruik als studio microfoon voor akoestische instrumenten.
De meetmicrofoons van Bruel & Kjaer waren de basis voor hun succesvolle omni microfoons, favoriet voor mooie muziek opnamen, de huidige modellen van DPA zijn er op gebaseerd.
De nikkelen capsules van Microtech Gefell worden ook gebruikt in omni condensatormicrofoons (C617SET) van het Amerikaanse Josephson, dat de hoogste kwaliteit nastreeft.
Microtech Gefell maakt nog steeds prachtige meetmicrofoons, met capsules in 1/4, 1/2 en 1 inch formaat, voor metingen tot 100Khz. De huidige 1" is de MK 102.1.
De MV101 en 102 worden nog regelmatig 2e hands aangeboden en zijn dus uiterst interessant voor hedendaagse opnamen. Mijn exemplaar kwam zonder voeding en is door microfoon magier Bert Drost, van Gonzo Audio, weer tot leven gewekt.
Veel meer modellen zijn te vinden in mijn boek Witnesses of Words. Meer informatie daarover is te vinden op: www.witnessesofwords.com
|
|
|
|
Boven: MV102 met MK102, detail en MK102 capsule
Onder: connector, beschrijving en EQ respons |
|
|
|
|
|